Dag 3 Dokka – Olstad
84 KM, 13,6 km/h, 6.09,43
HM (volgens Garmin GPS): 1229 HM; (volgens Bikemap): 1910 HM
‘s Nachts word ik een keer wakker en het regent en ook ‘s ochtends regent het nog steeds. Maar als ik terugkom van het lenzen indoen wordt het zowaar droger, het miezert dan nog een beetje. Ik pak de natte tent en de rest van de spullen in en vertrek om 8.30 uur van de camping.
Dat het vannacht goed geregend heeft is te zien aan de plassen. De weg begint direct goed te stijgen en met regelmatig wat miezer is het ook niet echt warm. Na de tweede ‘top’ neem ik een langere pauze, ik moet nog erg wennen aan het klimmen en ik bedenk mij dat het geplande einddoel wellicht wel erg hoog (ver?) gegrepen is. Het nadeel is dat de enige andere optie op slechts 65 kilometer ligt.
Ook na de pauze gaat het weer flink omhoog, in een bergachtig landschap, met bossen, wat weilanden en af en toe wat huizen. In de verte ligt er nog sneeuw op de bergen.
Bij een afslag sta ik even te twijfelen, ik kan rechtdoor maar dat is erg om. De geplande rechtsaf ziet er echter niet heel comfortabel uit, toch besluit ik deze weg te nemen. Direct gaat het steil omhoog over een steenslagweg, waarbij het achterwiel regelmatig wegslipt, soms door de steentjes en soms door de modder. Ik moet zelfs een stukje lopen (wat mij toch niet vaak overkomt op fietsvakantie). Het is wel een prachtig weggetje dwars door het bos en na een steile afdaling kom ik bij een stuwdam.
Mijn route loopt over de stuwdam, maar tot mijn schrik is het (niet al te hoge) hek dicht. Even twijfel ik, achter de dam langs is eerst steil naar beneden en dan weer steil omhoog, terug is enorm om en aan teruggaan heb ik op fietsvakantie een enorme hekel. Dus dan maar mijn spullen afpakken en alles over het hek zetten en weer oppakken. Gelukkig gaat het hekje aan de andere kant van de dam wel gewoon open.
Hier spreek ik een aantal wandelaars aan of de weg aan deze kant van het stuwmeer wel volledig doorloopt. Dit was niet helemaal duidelijk op de verschillende kaarten, gelukkig is het antwoord bevestigend. De rest van de weg langs het meer blijft steenslag en is niet zo heel makkelijk te fietsen, maar zo steil als voorheen wordt het gelukkig niet meer.
Het weer wordt iets beter, maar ik heb inmiddels definitief besloten dat het geplande einddoel niet haalbaar is. Ik kijk nog eventjes rond in het museumpje en klim vervolgens verder naar het hoogste punt van de dag, vanaf het museum is er weer asfalt. In de afdaling zijn de hoogtemeters snel weer teniet gedaan.
Bij de camping aangekomen is er niemand aanwezig en het lijkt alsof ze aan het verbouwen zijn. De camping is in de achtertuin er staan een paar hutjes en je zou er ook moeten kunnen kamperen. Ik overdenk mijn opties en zie dat er volgens de GPS over 20 kilometer ook nog een camping zou moeten zijn, ik besluit erop te gokken dat deze camping daadwerkelijk bestaat.
Bij een tankstation (wat handig is zo’n GPS toch) haal ik nog snel wat eten en drinken en daarna ga ik weer op pad. De weg gaat licht omhoog door een dal met veel weilanden. Het zonnetje is weer gaan schijnen en de laatste kilometers doe ik het rustig aan. De camping bestaat gelukkig en er hangt een briefje dat je kunt gaan staan waar je wilt en dat ‘s avonds iemand het geld komt innen.
De camping is prima voor een vakantiefietser, het sanitair ziet er gedateerd uit, maar is redelijk schoon. ‘s Avonds ga ik op tijd naar bed omdat het weer begint te regenen, ik zie niemand om het geld te innen.