Ijsland 2014

Dag 18, maandag

77,9 KM, 14,6 KM/H

HM (volgens Bikamap): 760 HM

Bikemap route

Na een heerlijke rustige nacht word ik om ongeveer zeven uur wakker en helaas hoor ik allemaal miezerregen op de tent. Ik besluit te blijven liggen tot ongeveer acht uur in de hoop dat het zal ophouden met regenen. Ik verbaas mij dat de hoeken van de binnentent niet aan de buitentent zit vastgeplakt, iets wat normaal gesproken altijd gebeurt bij regen.

Als ik opsta is het tot mijn verbazing helemaal droog, wat blijkt, de 'regen' werd veroorzaakt door honderden vliegjes aan de binnenkant van de tent. Overigens sta ik niet helemaal alleen op de camping, er is gisteravond laat nog een grote omgebouwde Amerikaanse “van” bij komen te staan.

De dag begint goed, er is wel wat bewolking, maar die al snel opgelost worden door de zon. De wind is weer teruggedraaid naar noord en er is nog een stevige bries, maar niet meer de harde wind van de afgelopen week. Vrij snel na het dorpje, dat verder niet veel voorstelt, hoewel ook hier warm water uit de grond komt met bijbehorende rook, gaat de weg linksaf. Met even de wind schuin in de rug.

De weg gaat redelijk glooiend, met af en toe een klimmetje en afdaling richting de ringweg. Ik doe hier ongeveer een uur over, de omgeving is hoofdzakelijk weilanden en in de verte zijn er de woeste bergen.

Op de ringweg is er direct een tankstation, waar ik twee halve liters cola en een Snickers haal. Eén cola voor nu en eentje bewaar ik voor de forse klim die ik vandaag nog zal krijgen. Het heeft toch wel zijn voordelen een beetje in de bewoonde wereld te zijn, hoewel er nou ook niet heel erg veel mensen wonen.

De ringweg is prima te fietsen, erg druk is het niet en het gaat in een redelijk tempo, met af en toe een klimmetje naar het volgende plaatsje, de wind is inmiddels schuin tegen. Ik bedenk mij dat, een enkel object daargelaten, het zo noordelijk ook wel iets weg heeft van zuidelijkere contreien, zeker als de zon zo schijnt.

Na ongeveer een uurtje fietsen bereik ik een plaatsje, zeg maar gehucht, maar met onder andere een supermarkt en een restaurant. Omdat ik toch nodig naar de wc moet, besluit ik hier een kop koffie te drinken. De omgeving is ondertussen weer wat ruiger geworden, er is voor Ijslandse begrippen wel redelijk wat begroeiing.

Links is een hoge zwarte lava-as berg, die beklommen wordt door diverse toeristen en rechts zijn er de met mos begroeide rotsen. Iets verderop liggen de kale bergen.

Bij het restaurant kom ik erachter dat het toch warmer is dan het aanvoelt, mijn t-shirt en de bovenkant van mijn fietsbroek is doorweekt van het zweet. De goretex jas doe ik dus toch maar uit, hoewel dat in eerste instantie door het zweet erg koud is.

Zo'n zes kilomter na het dorpje sla ik linksaf de 60 op. Het begint direct stevig te klimmen, waarna de klim voor even wat afvlakt, langs een hoge puntige grijze berg. Als het steile deel van de klim opdoemt besluit ik even pauze te houden en wat te eten. Net als ik mijn spullen weer in wil pakken komen een Engelse vader en zoon van de andere kant aangefietst. Zij hebben denk ik op de camping gestaan waar ik uiteindelijk ook terecht zal komen. Het zijn de eerste fietsers die ik tegenkom sinds Pingvellir.

We wisselen wat info uit over de route van de dag, waarbij zij ook nog speciale aandacht hebben voor de standaards die ik op mijn fiets heb zitten. Blijkbaar heeft de vader er al verschillende problemen mee gehad.

Zij gaan verder met afdalen en ik begin aan het steile deel van de klim. Met name het eerste deel van de vijf a zes kilometer is steil, ik schat zo'n acht a tien procent, maar net als ik denk dat ik even moet pauzeren vlakt de klim iets af en uiteindelijk fiets ik in een klein uurtje in één keer naar de top. Geleidelijke lange klimmen zijn toch meer aan mij besteed. Gelukkig is er nog steeds een stevig briesje tegen, waardoor ik geen last heb van vliegen.

Boven aangekomen doe ik toch maar mijn goretex jas weer aan tegen de wind, maar als ik beneden ben gaat die snel weer uit, het is nog steeds prima weer. De weg blijft een tijdje ligt dalen, met natuurlijk af en toe een beetje klimmen. Na een vijftal kilometer te hebben getrapt besluit ik dat het weer tijd is voor een pauze. Het bankje op de parkeerplaats staat helemaal tussen de bosjes in de zon, wat een erg aangename temperatuur oplevert.

Al snel doemt de zee op, morgen moet ik links voor de inham langs, maar vandaag fiets ik eerst nog een stukje naar het noorden en daarna het westen voor de camping. De wind is nog steeds stevig, maar is goed te doen, ik haal op de vlakkere delen zo'n 15 km/h, al met al een prachtige fietsdag.

In het dorpje is de camping bij het schooltje gelegen en ik ben de eerste gast, er is geen receptie en eerst denk ik ook dat er geen douches zijn, maar gelukkig lees ik bij de wasbakken dat die iets verderop onderin het grijze gebouw zijn. De douches worden gedeeld met het zwembad. In Ijsland zijn ze dol op zwembaden, elk gehucht heeft er wel één en soms doemt er in de middle of nowhere eentje op, en dan vaak nog niet zo'n kleintje ook.

De camping kost 1000 ISK en is Ijslands ok. Je staat helemaal tussen de struiken wat handig is met de wind, maar lastig is doordat er erg veel vliegend gespuis is. De kleine supermarkt is aan de overkant van de straat. Inmiddels ben ik niet meer de enige kampeerders er is nog een vouwwagen gekomen en er staat nog een tentje. Het weer is tot laat prachtig en tot half negen kan ik met alleen een blouse en lange broek buiten zitten.

Naar dag 17